Zo halverwege mei (ijsheiligen) is van oudsher wanneer wietplanten naar buiten kunnen. De kans op nachtvorst is daarna namelijk zo goed als nihil. Dat betekent echter niet dat jonge wietplantjes geen schok kunnen ervaren als ze van binnen naar buiten gaan, waar ze ineens met regen, wind en koude nachten te maken krijgen. De oplossing heet afharden, oftewel je jonge wietplantjes hard maken voor het buitenleven.
Wie met het ontkiemen van wietzaden wacht tot halverwege mei, kan dat meteen buiten doen. Veel buitenkwekers laten hun wietzaden echter al veel eerder ontkiemen, en groeien ze binnen voor. Binnen voorgroeien geeft je wietplanten immers een vliegende start, en een voorsprong op de rest.
Vroeg of laat zullen je jonge wietplanten echter naar buiten moeten, en gaan ze van een warme couveuse naar het harde tuinleven. Als het temperatuurverschil dan erg groot is en het ook nog eens waait en regent, dan kunnen je zaailingen gemakkelijk het loodje leggen. De oplossing is geleidelijk afharden van je zaailingen, en de verleiding weerstaan om je wietplantjes zo snel mogelijk buiten te zetten.
Jonge wietplanten afharden om ze weerbaar te maken tegen de klimaatomstandigheden buiten, is een geleidelijk proces. Of met andere woorden, door je zaailingen of jonge wietplantjes geleidelijk steeds meer bloot te stellen aan de omstandigheden buiten. De plantjes komen immers van binnen, waar het relatief een stuk warmer is, waar het nooit regent en het ook nooit stormt. Een plotselinge overgang kan dan voor problemen zorgen, en als de verschillen erg groot zijn, je plantje het leven kosten.
De eerste stappen van het afharden van cannabis zaailingen, zet je wanneer je planten nog binnen staan. Gebruik daarom vanaf het moment dat je zaailing boven de grond komt, een kleine ventilator voor je zaailingen. Een licht briesje zet de steeltjes van je zaailingen namelijk in beweging, en maakt ze steviger. Let wel op dat je de ventilator niet te hard zet, of direct op de zaailingen richt. Dat kan wat te veel van het goede zijn. Richt de ventilator daarom iets boven je zaailingen, zodat ze licht heen en weer bewegen.
Stel jonge zaailingen binnen alvast bloot aan een briesje met een ventilator.
Geef jonge zaailingen ook nog geen voeding maar laat de wortels zelf op zoek gaan naar voeding. Op die manier went de plant er als het ware aan dat die zelf zijn best moet doen om voeding te krijgen. Zo ontwikkelt het wortelsysteem sneller, en zullen de wortels buiten ook sneller verder groeien.
Wanneer jonge wietplanten van binnen naar buiten gaan krijgen ze met hardere omstandigheden te maken. Wind is daar een voorbeeld van maar ook zonlicht. De zon is namelijk een behoorlijk intense kweeklamp, en geeft veel meer lichtdruk dan een voorgroeilamp binnen, of het licht op een vensterbank achter glas. Zet jonge wietplanten die voor het eerst naar buiten gaan, daarom eerst een paar dagen op een schaduwplek. Vooral op hele zonnige dagen. Daarna kun je ze langzaam wat vaker en steeds wat langer in het directe zonlicht zetten.
Neem ongeveer een week de tijd om je planten van de schaduw naar het directe zonlicht te verplaatsen. Als je bladeren ziet uitdrogen of verleppen, dan ga je misschien wat te snel. Zorg voor voldoende water als het erg zonnig en warm is buiten.
Ook al heb je je zaailingen binnen alvast aan de wind van een ventilator laten wennen, kan de wind buiten toch nog te veel van het goede zijn. Zaailingen die binnen voorgegroeid zijn, zijn meestal toch gewend aan vrij luxe omstandigheden, en een relatief vochtige omgeving. Wanneer het hard waait als je ze voor het eerst buiten zet, dan kan de aarde en de plant zelf, snel uitdrogen. Scherm ze in dat geval af met een windscherm of zet ze ergens uit de wind. Ze zullen hier al genoeg wennen aan de drogere lucht van buiten, en worden ook uit de wind blootgesteld aan genoeg luchtverplaatsing.
Zet jonge wietplanten buiten niet meteen in het volle zonlicht. Foto: ElRoi, Shutterstock
Wietplanten houden van een stabiel klimaat, en groeien het beste als het temperatuurverschil overdag en’s nachts zo klein mogelijk is. Aan het begin van de lente kunnen de nachten echter nog erg koud zijn, en zeker vergeleken met de temperatuur binnen. Meet daarom voor de zekerheid even de nachttemperatuur buiten, en haal je zaailingen in de eerste week desnoods ’s nachts nog even naar binnen. Zeker als het ’s nachts meer dan tien graden kouder is dan overdag.
Ben je een van die vroege vogels die wietplantjes al voor ijsheiligen (11 tot 14 mei) buiten zet, hou er dan rekening mee dat het ’s nachts mogelijk nog kan vriezen buiten. Haal je wietplanten in dat geval zeker naar binnen voor de nacht.
Je heb het waarschijnlijk wel door dat wietplanten afharden eigenlijk vooral een kwestie is van geleidelijk laten wennen aan andere omstandigheden. Verwen jonge wietplantjes dus niet te veel zolang ze nog binnen groeien, en neem ongeveer een week de tijd om ze geleidelijk bloot te stellen aan meer intense omstandigheden. Idealiter breng je je wietplanten in een bewolkte week naar buiten, en liefst nadat het een tijdje goed geregend heeft. Ze kunnen dan rustig wennen aan het licht buiten, en krijgen de kans om zich goed in de grond te verankeren zonder meteen uit te drogen. Mocht het net een hele warme en zonnige week zijn, bescherm je planten dan en let op dat de grond genoeg water bevat maar niet met water verzadigd is.
Op een balkon, in de tuin of in de vrije natuur, als het over buiten wiet kweken gaat kun je het hier vinden. Van wekelijkse kweekverslagen tot handige tips voor het mooiste buitenwietseizoen ooit.
Volgens overheid, politie en justitie is wiet kweken minimaal crimineel en ondermijnend. Durf jij eigenlijk nog wel wietplanten in de grond of pot te zetten?
CNNBS maakt gebruik van cookies voor een optimale ervaring.
Wil je meer weten over het gebruik van cookies? Lees onze cookie policy.
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.
Als je deze cookie uitschakelt, kunnen we je voorkeuren niet opslaan . Dit betekent dat elke keer dat je deze site bezoekt het nodig is om cookies weer in te schakelen of uit te schakelen.