Tegenvaller voor boeren: alternatief voor de stikstofnorm van het kabinet is niet minder streng - NRC

2022-09-09 17:35:49 By : Mr. Ashley Zhou

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Stikstofcrisis Mogelijk komt er een alternatief voor de stikstofnorm van het kabinet. Maar dat zou voor de boeren weleens erger kunnen zijn.

Ook een alternatieve rekenmethode om de stikstofnorm te bepalen, in plaats van de bekritiseerde kritische depositiewaarde (KDW), biedt veehouders weinig hoop. Dat zegt ecoloog Wieger Wamelink, die meehielp om het alternatief op te stellen.

De boeren vinden de huidige norm te streng, en te zwart-wit. Maar of het alternatief hen gaat helpen? „Ik betwijfel het”, zegt Wamelink.

Boerenorganisaties pleitten vorige week, in overleg met het kabinet, voor een alternatief voor de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW), die aangeeft hoeveel stikstof er in een jaar op een natuurgebied mag neerkomen. Boven die waarde is er kans op significante schade. In veel beschermde natuurgebieden wordt de KDW overschreden, soms vele malen. Het kabinet wil dat die neerslag in 2030 in de meeste wettelijk beschermde Natura2000-gebieden ónder de KDW ligt. Na het overleg tussen kabinet en boerenorganisaties zei coördinator Johan Remkes dat naar alternatieven gekeken gaat worden.

Dit is het ingewikkeldst wat ik als onderzoeker ooit heb gedaan

Laat Wieger Wamelink nou net vier jaar geleden de opdracht hebben gekregen van het ministerie van Landbouw om zo’n alternatief te zoeken. Op zijn werkkamer aan de Wageningen University & Research vertelt Wamelink dat hij, samen met Wageningse en Nijmeegse collega’s, mogelijk iets heeft gevonden. Vorig jaar mei hebben ze hun resultaten gepubliceerd. Zelf noemen ze die in hun rapport „zeer veelbelovend”.

Voor hun onderzoek gingen ze uit van de 61 soorten natuurgebied – habitattypen – in Nederland die gevoelig zijn voor stikstof. Voorbeelden zijn: droge heide, actief hoogveen, vochtige duinvallei, eiken-haagbeukenbos. Voor elk habitattype hebben ze een serie typische plantensoorten geselecteerd. Om die soorten door de tijd te volgen, gebruikten de onderzoekers de vegetatietellingen die in Nederland al decennia worden uitgevoerd. Ze vulden dat aan met gegevens uit andere landen in het Atlantisch gebied, van Zuid-Europa tot aan de poolcirkel. De ontwikkeling van al die soorten door de tijd relateerden ze aan de hoeveelheid stikstof die in al die jaren op een gebied neerdaalde. Ze corrigeerden daarbij voor de invloed van temperatuur, weer en bodemtype. „Dit is het ingewikkeldst wat ik als onderzoeker ooit heb gedaan”, zegt Wamelink.

Uiteindelijk kregen ze voor alle onderzochte plantensoorten een relatie tussen het voorkomen en de stikstofneerslag, een zogeheten dosis-responscurve. Per habitattype combineerden ze vervolgens alle curves van de daarbij horende plantensoorten tot één curve.

Dat lukte voor 60 van de 61 stikstofgevoelige habitattypen. Maar niet alle curves waren even betrouwbaar. In hun rapport schrijven ze: „Bij een groot aantal typen was het oordeel goed, maar bij te veel typen was het oordeel matig of slecht om nu al te kunnen spreken van een over-all betrouwbare methode.” Kortom, er is meer onderzoek nodig om dit eventuele alternatief voor de KDW te verbeteren.

Volgens Wamelink biedt hun methode een voordeel ten opzichte van de huidige kritische depositiewaarde. „De KDW is één waarde. Dat is inderdaad heel zwart-wit.” Het geeft de indruk, zegt hij, dat alles boven de KDW slecht is, en alles eronder goed. De dosis-responscurve daarentegen geeft een verloop weer. „Je ziet heel duidelijk dat het, bij een vermindering van de stikstofneerslag, met veel soorten langzaamaan beter gaat.”

De cruciale vraag in de stikstofdiscussie is: wanneer gaat het goed genoeg? De Europese Habitatrichtlijn, die op de beschermde Natura2000-gebieden van toepassing is, stelt bij wet vast dat ecosystemen in „een goede staat van instandhouding” moeten worden gebracht en gehouden. Wanneer is daar sprake van? Op zijn computer laat Wamelink wat curves van enkele habitattypes uit het rapport zien. „Als je de dalende curves van links naar rechts volgt, zie je bij de meeste een omslagpunt. Op een gegeven moment is de stikstofneerslag op een punt aangekomen dat het opeens een stuk slechter gaat met de planten.” Dat omslagpunt zou volgens Wamelink weleens het voor de Natura2000-gebieden cruciale punt kunnen zijn. „Het zou betekenen dat je links van dat omslagpunt moet blijven.”

Opvallend genoeg blijkt dat omslagpunt vaak nog lager te liggen dan de huidige KDW’s. Met andere woorden, het alternatief zou voor boeren weleens erger kunnen uitpakken.

Het rapport van Wamelink en collega’s werd vóór publicatie beoordeeld door onder meer Wim de Vries, hoogleraar milieusysteemanalyse aan de Wageningse universiteit. Hij noemt het desgevraagd „een prima methode”. Maar volgens De Vries is het geen alternatief voor de KDW. Eerder een manier om de KDW nauwkeuriger vast te stellen.

Dat is precies wat Wamelink graag zou willen doen, de KDW preciezer vaststellen. Op lokaal niveau. Nu geldt voor een habitattype één waarde, of het nu in Groningen of Limburg ligt. Op landelijk niveau klopt de KDW gemiddeld wel, zegt hij. „Maar lokaal zou het best wel eens 50 procent kunnen afwijken.” Omdat er verschillen zijn in het weer, of het bodemtype.

De nu opgestelde dosis-responscurves, zegt Wamelink, stroken met het nieuwste, Europese onderzoek. Eens in de zoveel jaar wordt bekeken of de bestaande Europese KDW’s moeten worden aangepast, op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. De laatste keer gebeurde dat in 2011. In het nieuwste rapport, dat vorige week uitlekte en waarschijnlijk eind september officieel verschijnt, zijn sommige KDW’s aangescherpt.

De neerslag van stikstof, en daarmee de uitstoot, moet hoe dan ook drastisch omlaag, zegt Wamelink. „Ik zie ecosystemen op het punt van instorten staan. Het is 2 óver 12 voor de natuur.”

Op de hoogte van kleine ontdekkingen, wilde theorieën, onverwachte inzichten en alles daar tussenin

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.